Jeugdtraining

Deze training kan plaatsvinden in een groepsverband of individueel en zal de studie, werkhouding, concentratie en conditie sterk verbeteren.

Cesar, Motoriek en Kinderen

Sensomotorische therapie voor houding en beweging volgens de bewegingsleer Cesar.
Kinderen zitten op school, leren daar o.a. lezen, schrijven, rekenen. Ze spelen buiten, huppelen en springen van een stoep af. Het zijn dagelijks basishoudingen en bewegingen die horen bij het bewegen van kinderen. Deze houdingen en bewegingen vormen de basis voor de sensomotorische ontwikkeling van kinderen.

Wat is sensomotoriek?

Sensomotoriek is de koppeling tussen sensoriek en motoriek. Onder sensoriek verstaan we het opdoen van prikkels door middel van zintuigen, zoals de oren en ogen, maar ook de tastzin en het evenwicht. De motoriek is het vermogen om te kunnen bewegen, zoals het rollen van babies, het grijpen, zitten, slaan, lopen en springen.

Voorbeelden

Om een bal te kunnen vangen (motoriek), moet de bal worden gezien (sensoriek).
Om een voorwerp te kunnen betasten (sensoriek) moet men de handen en vingers kunnen gebruiken (motoriek). Om te kunnen fietsen (motoriek) moet je een goed evenwicht-gevoel hebben (sensoriek).

Wat is oefentherapie-Cesar?

De oefentherapie-Cesar is een paramedische behandelmethode, gericht op de behandeling en het voorkomen van klachten ten gevolge van een onjuist houdings- en bewegingspatroon. Dit kan veroorzaakt zijn door een afwijking of ziekte. Oefentherapie-Cesar kan een kind helpen de sensomotoriek te verbeteren.

De sensomotorische ontwikkeling vormt niet alleen de basis voor de motorische ontwikkeling, zij heeft ook een belangrijke invloed op de totale ontwikkeling van het kind.

Door met een bal te spelen, krijgt die bal de betekenis van iets waarmee je kunt rollen en gooien. Door het voorwerp bal motorisch te ontdekken, krijgt het woord bal inhoud. Te weinig motorisch ontdekken kan leiden tot problemen in de taal-ontwikkeling van een kind.

Door het bewegen leert het kind zijn lichaam kennen (lichaams-plan) en van daaruit de omgeving (ruimtelijke oriëntatie). Dit is van belang om te leren rekenen.

Als kinderen met elkaar spelen, beoordelen zij elkaar veelal op motorische vaardigheden. Als een kind altijd als laatste gekozen wordt, omdat het niet snel genoeg vangt en gooit, kan een negatief zelfbeeld ontstaan. Het kind kan daardoor de moed verliezen, minder zelfvertrouwen ontwikkelen en last van faalangst krijgen.

Wat doet de kinderoefentherapeut-Cesar?
Wanneer er een vermoeden is van motorische problemen, wordt er allereerst een motorisch onderzoek gedaan. Tijdens dit onderzoek krijgt de therapeut inzicht in het motorisch functioneren van het kind.

Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van de volgende onderdelen:

motorische ontwikkelingsfase
evenwicht
grove motoriek
oog/hand-coördinatie
fijne motoriek
lichaamsschema
tijd/ruimte-oriëntatie
houding en beweging

De resultaten van het onderzoek komen in een verslag, waarna advies wordt uitgebracht. Wanneer kinderoefentherapie-Cesar wordt geadviseerd, stelt de therapeut een behandelplan op, waarbij wordt uitgegaan van de individuele situatie en de mogelijkheden van het kind.

Binnen de therapie wordt het bewegen vanaf de basis opgebouwd om een kwalitatief goed bewegingspatroon te bereiken. De oefenstof wordt op een zodanige manier aangeboden, dat het kind plezier beleeft aan het bewegen en zich motorische vaardigheden spelenderwijs eigen maakt.

Bottom image of pages and posts